donderdag 31 december 2009

Tobolsk 5 - Mikrorajon

Aangezien ik graag wat meer over de stad wil weten en dus boeken daarover zocht, ben ik ook nog naar de noordelijker gelegen nieuwe stad geweest bestaande uit een combinatie van de bekende grijze sovjetflats en kleine scheve houten huisjes. Op sommige flats heb ik tussen de schreeuwerige reclame door nog authentieke communistische propagandateksten kunnen lezen. De sneeuw maakte deze flats overigens wat minder troosteloos, net als overigens in de zomer het vele groen, zelfs in grote steden als Moskou.

Ik heb drie boekwinkels gezien, maar behalve een hoop fantasy, detectives en boeken over snel rijk worden, niets over het rijke verleden van het stadje gevonden. Ik heb voor mijn collective locale dichters (rijmelaars) wel een aanwinst gevonden in de vorm van een lang dichtwerk over een Siberische banneling geschreven door een locale ingenieur.

Een lekker hapje eten was er echter niet bij, want er was niets behalve een pizzeria annex onmoetingsplaats voor de plaatselijke bevolking. Ik heb zelfs geen traditionele stolovaja (kantine) kunnen ontwaren waar je tenminste nog terecht kon voor een goed bord Borsjt (bietensoep), Kotlety (Russische gehaktovalen) en Blini’s (pannekoekjes met vlees of Russische variant van Dulce de Leche). S’ avonds wilde ik ook graag eten in het restaurant van het hotel waar ik logeerde. Maar ik hoorde toen ik even in mijn Kamer was beneden een hoop lawaaierige muziek die me uit de essays van de Argentijn Kovadloff hield over dromen terwijl je wakker bent en bookcrossing. Toen ik het restaurant naderde bleek het daar vandaan te komen, vol met feestende en flink aangeschoten mensen die niet leken te wachten op Hollanders zoals ik. Ik heb het pand maar snel verlaten met de hoop elders iets te vinden. Ik leek sowieso al van een andere planeet toen ik die ochtend het hotel binnen kwam. Bij de receptie stonden een heer en vijf dames mij op te wachten en bestudeerden aandachtig dat rare paspoort van mij. Nu ja, mij opwachten, ze bleven gewoon zitten en staan waar ze waren en ik moest me maar een weg banen naar de receptiedesk. In de winter komen er klaarblijkelijk niet veel buitenlanders. Maar terug naar de avond. Er was nog een ander groot hotel in de buurt, maar toen ik dat naderde en daar een roodachtig licht zag schijnen, werd ik daar bang van. Ik ben maar de de produkty (levensmiddelenwinkeltje) gegaan om brood, kaas, worst en tvorog (Russische kwark) te kopen dat ik het hotel heb binnengesneakt. Met watten in mijn oren heb ik Kovadloff nog even opgepakt, kaarten van omgeving bestudeerd en ben gaan slapen.

Geen opmerkingen: